Veel zuurstof in de lucht, blauwe hemel, in de tuintjes overal die typische frisgroene gazon die zo eigen is aan het voorjaar, af en toe een vleugje heerlijke seringengeur …

Ik was op weg naar de Noorderkempen om een 80-jarige man uit de Kempen te interviewen.  We kenden mekaar niet, maar via via had ik de tip gekregen om er eens langs te gaan met mijn opnametoestel.

Frans zat strak in het pak in zijn rolstoel en sprak in termen van “U” en “mevrouw”. Een formele aanspreektaal die tussen onbekenden volgens de geplogenheden wellicht zo hoort, maar waar ik altijd wat ongemakkelijk van word.Het schept een afstand waardoor men geneigd is zijn zondagse gedrag tentoon te spreiden, een sociaal wenselijke versie van zichzelf.  Wat volgt is doorgaans een saai gesprek.

Het is dan wachten op de échte ontmoeting. Als de “u”” jij” wordt, en ik me niet langer “mevrouw” voel, maar “Karin”. Een glimp opvangen van de mens achter de mooie façade.  Een genuanceerder wezen met wat hoeken af, de worstelingen zichtbaar aan de oppervlakte. Dat is ook waarom ik zoveel meer van Europese films hou dan van Amerikaanse.  Ze tonen personages die eruitzien als de mensen hier op straat. Je leert ze kennen in al hun gelaagdheid, in een wereld waar vooral grijs bestaat in plaats van zwart of wit. En soms gaat iemand op het einde dood.

Gaandeweg ontspande hij zich. Frans werd Sus.Voor ik erg in had, was de grote wijzer drie keer de 12 gepasseerd.  Het afscheid was hartelijk en ik voelde in mij de gloed van contentement die ik wel vaker ervaar als er sprake is van echte connectie .

Een maand werkte ik aan de montage van ons gesprek. Schrijven is schrappen. Monteren evenzeer.  “Kill your darlings”, niet mijn sterkste kant.

Het duurde even voor ik reactie kreeg. Hoe langer ik moet wachten, hoe harder de twijfel toeslaat. Het kan best eng zijn voor iemand om me zijn levensverhaal toe te vertrouwen, daar ben ik me terdege van bewust. Ik ben immers degene die kiest welke stukken voor de audiobiografie geselecteerd worden, welke sfeer het verhaal uitademt, waar de nadruk op komt te liggen…  Je probeert dit zo integer mogelijk te doen, met het gepaste respect, en met voorzichtigheid naar al wat een zweem van delicaatheid bevat. Maar toch.

Een week later kreeg ik een telefoontje dat voelde als “verlossend”.   Diepe dankbaarheid, zelfs ontroering klonk in zijn stem. Enthousiasme ook om het te delen met zijn vrienden en familie.  “Het is echt wel speciaal om je eigen leven op die manier te beluisteren”, hoorde ik Sus zeggen. Mijn eerste audiobiografie was een feit, ik had mijn missie gevonden. Eindelijk!

Drie maanden later ontving ik een mail van een onbekende man, met als bijlage het overlijdensbericht van Sus.De onbekende man bleek zijn zoon te zijn. Hij liet me weten dat de familie enorm erkentelijk was voor het bestaan van die audiobiografie. Tijdens de uitvaart hadden ze er fragmenten uit laten horen. De aanwezigen hadden de overledene in zijn eigen stem horen vertellen wie hij was geweest, welke dingen hem bij leven hadden begeesterd en wat hem had gekweld. Een kippenvelmoment, zo bleek.

Men zegt wel eens: “Tel je zegeningen.” Dit was er ongetwijfeld één van. Dat iemand mij deelgenoot had willen maken van zijn puurste overpeinzingen over het leven. Dat ik het vertrouwen had gekregen om er naar eigen goeddunken een luisterverhaal van te maken. Dat ik de nabestaanden een dergelijke intieme en persoonlijke herinnering heb mogen schenken aan de mens die ze zo graag gezien hebben.

Ik hou van deze job.

Een reactie achterlaten

Your email address will not be published.

You may use these <abbr title="HyperText Markup Language">HTML</abbr> tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>

*